‘We moeten er samen voor zorgen dat culturele verschillen geen struikelblok vormen’

‘We moeten er samen voor zorgen dat culturele verschillen geen struikelblok vormen’
Met steeds meer internationale gezinnen in Helmond zien scholen nieuwe uitdagingen opduiken. Hoe geef je als onderwijsprofessional passend onderwijs aan een leerling die meer aandacht nodig heeft, thuis een andere taal spreekt en uit een cultuur komt met heel andere normen? Met deze vragen krijgen Lobke van Kraay en Eline Hansen, sleutelfiguren in het programma Samen Leren in Diversiteit, dagelijks te maken.
Als coördinator passend onderwijs bij het Samenwerkingsverband (SWV) Helmond-Peelland PO is Eline nauw betrokken bij de zorg voor kinderen met specifieke behoeften. ‘Denk bijvoorbeeld aan kinderen met autisme, ADHD of een vluchtverleden.’ Ze is binnen het programma de verbinder tussen specialisten die deze kinderen kunnen helpen én de scholen. ‘Wanneer scholen tegen grenzen aanlopen in hun ondersteuning, word ik ingeschakeld. Voor de inzet van de expertiseschil overleg ik met de coördinator van de Expertiseschil. Samen bepalen we welke expertise nodig is. Binnen het programma Samen Leren in Diversiteit betekent dit bijvoorbeeld dat we een specialist uit onze expertisepool inschakelen, zoals iemand die Turks spreekt of kennis heeft van bepaalde culturele gebruiken. Het helpt enorm als kind en ouder – met wat voor hulpvraag dan ook – in hun moedertaal worden geholpen.’
Juiste ondersteuning
Eline noemt een voorbeeld: ‘Laatst had ik een casus die ging over een Pools jongetje van vijf jaar oud dat vastliep op school. Hij beet, kneep en vertoonde gedrag waar de leerkrachten zich geen raad mee wisten. Zijn moeder begreep de zorgen vanuit de school niet volledig, wat leidde tot frustratie aan beide kanten. We hebben toen een Poolse orthopedagoog ingezet om de brug te slaan’, legt Eline uit. ‘Het ontwikkelperspectief en de doelen voor het kind werden naar het Pools vertaald, zodat de moeder precies wist wat de school deed en waarom.’ Dankzij deze gezamenlijke aanpak kreeg de jongen ondersteuning die bij hem paste en kon hij in het reguliere onderwijs blijven. ‘Het is zo mooi om te zien dat die extra hulp ervoor zorgt dat iedereen elkaar beter begrijpt.’
Samenwerken
Lobke is projectleider en beleidsmedewerker bij SWV Helmond-Peelland en werkt aan verschillende projecten binnen het programma. Ze houdt zich specifiek bezig met de ontwikkeling van een online en offline informatie- en ondersteuningspunt voor ouders, dat concreet vorm krijg in het ouderkindsteunpunt. Dit is een platform dat (internationale) ouders en kinderen helpt om de weg te vinden binnen het onderwijssysteem.’ Daarnaast bewaakt ze het overzicht van de verschillende deelprojecten en monitort ze de voortgang. ‘Aan mij de taak om ervoor te zorgen dat de projecten goed verlopen en uitgevoerd worden. Het programma biedt ook trainingen aan scholen om docenten en andere onderwijsprofessionals te ondersteunen in diversiteitsbewust werken. En er is een trainingsaanbod voor ouders, gericht op samen leven in Nederland.
De Intercultural Readiness Check
Wat ze iedere onderwijsprofessional aanraadt? ‘Neem het assessment, de Intercultural Readiness Check (IRC), af. Deze online tool biedt IB’ers, directeuren en andere onderwijsprofessionals inzicht in hun eigen interculturele vaardigheden en houding. Het is een spiegel die laat zien hoe open je werkelijk staat voor andere culturen. Want je kunt denken dat je onbevooroordeeld bent, maar dit assessment toont waar je nog kunt groeien.’ Door bewustwording te vergroten en mogelijke blinde vlekken aan te pakken, helpt de IRC scholen om met een inclusieve blik naar hun internationale leerlingen te kijken.
Ieder kind verdient een kans
Met hulpmiddelen zoals het ouderkindsteunpunt en de culturele trainingen voor scholen hopen Eline en Lobke niet alleen de toegang tot passend onderwijs te verbeteren, maar ook de integratie van internationale gezinnen in de regio Helmond te ondersteunen. ‘We moeten samen werken aan een inclusieve toekomst waarin ieder kind de kans krijgt om zich te kunnen ontwikkelen en culturele verschillen geen struikelblok vormen.’